Io

Callisto

Europa

Ganymedes

Jupiter is vanaf de zon berekend de vijfde en tevens grootste planeet van het zonnestelsel. Net als Saturnus is Jupiter een gasreus, hij beschikt dus niet over een vast oppervlak. Zoals de aardse planeten terrestrische planeten genoemd worden, worden gasreuzen ook wel Joviaanse planeten genoemd. Deze naam is afkomstig van het Latijnse Iovis, de genitief van de naam Jupiter. Joviaans betekent vrij vertaald Jupiterachtig of van Jupiter. De planeet is naar de Romeinse oppergod Jupiter vernoemd.

De massa van Jupiter is 2,5 keer zo groot als die van alle andere planeten van het zonnestelsel bij elkaar. De massa is relatief zo groot, dat het massamiddelpunt van Zon en Jupiter waaromheen deze een baan beschrijven, buiten het oppervlak van de Zon ligt op 1,068 keer de afstand van de kern tot het oppervlak. Hoewel de diameter van de gasreus elf keer zo groot is als die van de Aarde, heeft Jupiter een veel lagere dichtheid. Het volume van Jupiter is ongeveer 1321 keer dat van de Aarde en toch is de planeet ‘maar’ 318 keer zo zwaar. De diameter van Jupiter is ongeveer tien keer zo klein als die van de Zon. De massa van Jupiter is ongeveer 0,1% die van de Zon. De massa van Jupiter wordt vaak gebruikt om die van andere objecten (vooral exoplaneten en bruine dwergen) aan te geven. Zo heeft HD 209458 b een massa van 0,69 MJ (Jupiter heeft een massa van één MJ) en heeft COROT-7b een massa van 0,015 MJ.

De planeet heeft het sterkste magnetische veld van alle planeten in het zonnestelsel: het is ongeveer 14 maal sterker dan dat op Aarde. De kracht van het veld op Jupiter wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van metallische waterstof in de kern.

Verscheidene modellen geven aan dat, als de massa van Jupiter veel groter zou zijn, de planeet zou krimpen. Als Jupiter namelijk nog zwaarder zou zijn, zou de zwaartekracht alsmaar sterker worden. Dit betekent dat het volume van de planeet afneemt als de massa toeneemt. Daarom denkt men dat Jupiter de grootste diameter heeft die mogelijk is voor een planeet met deze compositie.

Hoewel Jupiter nog 75 keer zo zwaar zou moeten zijn om succesvol tot kernfusie te komen zoals die in sterren plaatsvindt, is de diameter van de kleinste rode dwerg slechts 30% groter dan Jupiter. Ondanks dat straalt Jupiter meer warmte uit dan hij van de Zon krijgt; de hoeveelheid warmte die geproduceerd wordt binnen in de planeet is ongeveer even groot als de hoeveelheid zonlicht die ze krijgt. Deze warmte wordt opgewekt door het Kelvin-Helmholtzmechanisme. Door de afkoeling aan het oppervlak neemt de temperatuur en daardoor ook de druk in de hele gasbol af. De gasreus wordt dan kleiner en daarbij komt energie, in de vorm van warmte, uit de gravitatiekracht vrij. Door dit proces krimpt de planeet ongeveer 2 cm per jaar. Toen Jupiter ontstond, was hij veel warmer en had hij tweemaal de huidige diameter.

De rotsachtige kern van Jupiter heeft een diameter van 14.000 km, bestaat deels uit nikkel-ijzer (een mengsel van circa 90% ijzer en circa 8% nikkel) en deels uit gesteente en heeft een temperatuur van 25.000 K. Daaromheen bevindt zich een ongeveer 40.000 km dikke laag van metallische waterstof (90%) en helium (10%). Door een relatief dunne overgangslaag wordt deze laag gescheiden van de buitenste laag van vloeibare moleculaire waterstof, die een dikte van 20.000 km heeft waarbij naar binnen toe de temperatuur en de druk toenemen. Behalve waterstof en helium komen in lagere concentraties ook methaan, ethaan en koolstofdioxide voor.

Normaal absorberen planeten licht van de zon en stralen ze evenveel energie weer uit in de ruimte als warmte. Infraroodmetingen wijzen echter uit dat Jupiter tweemaal zoveel energie uitzendt als absorbeert. Deze extra energie is vermoedelijk een overblijfsel uit de tijd dat Jupiter gevormd werd en ligt opgeslagen in de kern. Een andere mogelijke verklaring voor dit fenomeen is het onder invloed van de zwaartekracht langzaam compacter worden van Jupiter dat met uitstraling van hitte gepaard gaat.

Jupiter wordt weleens een mislukte ster genoemd. Maar deze planeet is te klein voor een bruine dwerg, die minimaal 13 maal de massa van Jupiter zou moeten hebben. Als de massa 75 maal zo groot was geweest als nu het geval is, zou er kernfusie hebben kunnen plaatsvinden, waarbij waterstof en helium worden omgezet in energie, en zou Jupiter samen met de zon een dubbelster geweest zijn.

Aangezien Jupiter geen vaste oppervlakte heeft, is de grens met de atmosfeer niet eenvoudig aan te geven. Meestal wordt de hoogte waarop de druk 1 bar bedraagt als referentiepunt genomen. De atmosfeer van Jupiter is ongeveer 3.000 km dik en bestaat uit gas. In de gehele atmosfeer waait het, dus tot 3.000 km diep. Het deel daarbinnen draait als een geheel.[4] De atmosfeer van Jupiter bestaat hoofdzakelijk uit waterstof en helium. Andere gassen die worden aangetroffen zijn methaan, ammoniak, waterstofdeuteride, ethaan en waterdamp. Fosfine, waterstofsulfide en ammoniumwaterstofsulfide komen slechts sporadisch voor. Deze gassen zorgen voor de rode, bruine en witte wolken. De dichtheid en de lage temperatuur zorgen ervoor dat de atmosfeer van Jupiter zich meer als een vloeistof dan als een gas gedraagt. De vele stormen in de atmosfeer worden vermoedelijk veroorzaakt door de hoge temperatuur in de kern van de planeet en de snelle rotatie

Jou Inhoud Komt Hier

Jou Inhoud Komt Hier

Jou Inhoud Komt Hier

Jou Inhoud Komt Hier